Wetenschap is een denkspel: “Ik vind mijn vakgebied heel mooi. Je bent elke dag aan het puzzelen en aan het nadenken over bepaalde zaken, op hopelijk een manier waar iemand anders niet over heeft nagedacht. Je bent iets aan het creëren samen met andere wetenschappers en dat geeft mij veel voldoening.” In het afgelopen decennium is het academisch onderwijs onder druk komen te staan en de coronacrisis verergerde dit. “We waren al gewend om twee, drie avonden extra per week te werken. Door de coronacrisis moesten we nog een aantal avonden per week erbij werken. De rek was er al uit, voordat de crisis begon.”

Kaasschaaf
“In de afgelopen tien jaar, heb ik de geleidelijke afbraak van het academisch onderwijs meegemaakt. In de nasleep van de economische crisis rond 2013 moest er bezuinigd worden. De overheid ging er met de kaasschaaf overheen. Je ziet dat de structurele onderfinanciering overal tot uiting komt. De financiering van het onderwijs is te laag, maar er is ook niet voldoende tijd en geld voor onderzoek. De kwaliteit van hoogwaardig academisch onderwijs en onderzoek is daarmee de afgelopen jaren sterk onder druk komen te staan.”

Geld is een voorwaarde
Om het tij te keren, geeft Casper het volgende aan: “Heel kort door de bocht gezegd: het allerbelangrijkst wat nodig is, is geld. Geld is niet de oplossing voor alles, maar wel een belangrijke voorwaarde. We kunnen veel goede bedoelingen hebben, maar als we niet het bedrag erin steken wat nodig is, dan krijg je er niet uit wat je wilt hebben. Of het aantal studenten moet halveren of de financiering moet drastisch omhoog. Van het eerste ben ik geen voorstander, omdat ik het goed vind dat we iedereen de kans bieden om te studeren.”

Een breed, systematisch denkvermogen
“De meerwaarde van het academisch onderwijs is dat je studenten niet een bepaald beroep leert, maar hen leert om op een systematische manier over problemen na te denken. Dit is een vaardigheid die je breed kunt inzetten, waar je overal in het dagelijks leven wat aan hebt. Onze afgestudeerden komen daarom ook overal terecht. Bijna iedereen vindt een baan op het goede niveau en levert daarmee een enorm nuttige bijdrage aan de samenleving.”